Herstel van verdwenen venen duurt geen eeuwigheid

25-02-2023
934 keer bekeken

Het hoeft geen honderden jaren te duren om het hoogveensysteem in de Brabantse Peel deels te herstellen. De restanten van het, onder meer door turfwinning, sterk aangetaste gebied kunnen in enkele decennia behoorlijk opknappen. Bovendien zijn er nog steeds ‘bodemschatten’ te vinden.

Dat is de conclusie van een eerder deze maand georganiseerde themabijeenkomst in het kader van gebiedsgerichte aanpak Vitale Peel. Deze werd bijgewoond door gebiedspartners van Vitale Peel: ZLTO, waterschappen en gemeenten. Ook Stichting Werkgroep Behoud De Peel was vertegenwoordigd.

Turfwinning

Hoogveengebieden als de Groote Peel, Mariapeel en Deurnsche Peel hebben de voorbije eeuwen te maken gekregen met vervening (turfwinning), bebossing van het ‘overgangsveen’ en woningbouw. Ook was afwatering (drainage) nodig voor de ontginning van landbouwgronden aan de randen ervan. Het heeft gezorgd voor ‘harde’ overgangen (met bijvoorbeeld sloten en maisvelden) die ervoor zorgt dat water lang niet altijd op de juiste plek aanwezig is.
De laatste decennia zijn daar bovendien de neerslag van stikstof en verdroging bij gekomen. ‘Hoogveen moet jaarrond nat zijn’, hield ecoloog Daan Custers van de provincie Noord-Brabant zijn gehoor voor. Normaal zorgt het veensysteem daar zelf voor, maar door aftakeling van het natuurgebied werkt dat niet of nauwelijks.

Herstelproject

De gebiedspartners van Vitale Peel werken aan herstel van het hoogveen en de bijbehorende biodiversiteit. Door kades aan te leggen en sloten te dempen, kan regenwater in compartimenten worden ‘geparkeerd’. Custers: ‘Het zijn als het ware bufferzones die tegendruk geven en ervoor zorgen dat het water niet kan verdwijnen naar gedraineerd, drooggelegd landschap, of in de ondergrond.’
Heel belangrijk is ook een juiste regionale grondwaterstand. Zolang de veenbasis nat blijft, is de aanwas ervan groter dan de afbraak. En houdt dit het wegzijgen van het water tegen. 

Eerste resultaten zichtbaar

In het Drentse hoogveengebied zijn volgens de ecoloog inmiddels de eerste resultaten zichtbaar van eenzelfde aanpak met compartimenten. Daar zijn, in een tijdspanne van zo’n twintig jaar, hoogveenvormende soorten opgekomen.
Voor de Peelvenen is Custers realistisch: herstel van het landschap zoals dat na de laatste IJstijd (ongeveer tienduizend jaar geleden) is ontstaan, zit er niet in. Maar dat is ook logisch, gezien de bevolkingsgroei en de daarmee gepaard gaande ruimtelijke ontwikkeling. ‘Maar we kunnen wél wat doen voor de huidige natuurwaarden in de restanten. Die moeten we zo goed mogelijk beschermen door middel van stabiele, natte omgevingen.’
Een nat veen is ook in staat om onder meer CO2 op te slaan, waar een verdroogd veen dit juist uitstoot. Onderzoek wijst volgens de ecoloog uit dat veen zelfs twee keer zoveel CO2 opslaat als bossen, al zijn de oppervlaktes waar venen hersteld kunnen worden een stuk beperkter.

Nieuwe economische dragers

Tijdens een excursie in de Groote Peel gaf boswachter Rick Verrijt van Staatsbosbeheer de gebiedspartners een indruk van de herstelwerkzaamheden. Met zijn grondboor haalde hij ook een laagje gliede uit de bodem: een zeer slecht doorlatende laag in veenprofielen en al duizenden jaren oud. Eén van de bodemschatten die in dit hoogveengebied zeker nog aanwezig zijn.
Rick Verrijt geeft deelnemers aan de themabijeenkomst stukjes omhooggehaald veen
De aanwezigen gaven na afloop aan hoopvol gestemd te zijn over de redelijk korte termijn waarop sommige natuurwaarden in de Peelvenen terugkomen. Zij concludeerden dat veen veel meer is dan één grote, egale deken met eenzelfde begroeiing. Met elkaar streven de gebiedspartners ernaar ondernemers rond het gebied duidelijkheid over hun (economische) mogelijkheden te bieden, zodat zij daarop hun bedrijfsvoering kunnen bouwen. Themabijeenkomsten als deze dragen bij aan het in beeld krijgen van die mogelijkheden.
Het is één van de opgaven binnen de gebiedsgerichte aanpak Vitale Peel: een toekomstbestendige landbouw. Met bestaande vormen als extensieve rundveehouderij en nieuwe, zoals op kringloop gebaseerde akkerbouw. Zo wees ecoloog Custers de aanwezigen op natte teelten, paludiculturen. Daarin kun je biobased bouwmaterialen verbouwen.
De aanpak biedt eveneens mogelijkheden voor een dynamisch landschap, waarin bedreigde weidevogels als de grutto, wulp en tureluur zich thuis voelen. Op recreatief gebied kunnen groene activiteiten een bijdrage leveren aan de belevingswaarde. Het zijn allemaal nieuwe economische dragers voor dit landelijk gebied.

Meer weten?
Naar het herstel van hoogvenen is veel onderzoek gedaan, onder meer door het Kennisnetwerk Ontwikkeling en Beheer Natuurkwaliteit (OBN). Ook www.hoogveenherstel.nl biedt veel informatie.

Afbeeldingen

Cookie-instellingen